Startups en scaleups onmisbaar in aanpakken maatschappelijke uitdagingen
Drie concrete voorstellen om banen te creëren en economische groei te stimuleren.
In de zomer van 2009 (inmiddels alweer 11 jaar geleden) startte ik als Business Developer bij het Technology Transfer Office van de Universiteit Twente (toen nog onder de vlag van Kennispark Twente; tegenwoordig Novel-T). Het was een parttime functie, want de filosofie destijds was: we moeten “ondernemers” hebben in het Technology Transfer Office met een groot netwerk en coachende skills en ondernemersvaardigheden. Ik kon dit destijds mooi combineren met mijn business angel activiteiten en andere startup coaching activiteiten op Europees niveau.
In de begintijd troffen we nog wel wat “vreemde” cases aan waarbij de Universiteit Twente een niet-verwaterbaar aandelenbelang had van 5% in een spin-off. In de praktijk bleek al snel dat - bij succes - dit problemen opleverde bij het aantrekken van investeerders in vervolgrondes. In feite blokkeerde de universiteit hiermee, onbedoeld, het succes van een spin-off. Dit hebben we destijds gelukkig snel afgeschaft.
Een andere blokkade voor startups waren en zijn de zogeheten licentiedeals, waarbij door de startup direct een X percentage van de omzet moet worden afgerekend met de universiteit. Met name in de eerste jaren en ook bij de aanvang van een groeifase hangt een startup nog aan het infuus van investeerders. Wat veel mensen vergeten, is dat elke euro in feite 2x omgedraaid moet worden. Dan is het extra zuur als er 50.000 euro betaald moet worden aan een universiteit; daar hadden startups immers ook een extra medewerker voor kunnen aannemen. Meer mensen betekent immers snellere groei, ook voor aandeelhouders (waaronder in veel gevallen de universiteit zelf).
Ik heb zelfs meegemaakt dat sommige universiteiten aanmaningen en deurwaarders naar startups stuurden. Volgens mij gaat er dan bij de oprichting en in de inrichting van de spin-off iets vreselijk mis. Als er al sprake is van licentie-inkomsten zou je die eigenlijk cumulatief moeten optellen (inclusief rente) en die bijvoorbeeld pas bij een exit moeten laten uitkeren.
Wat veel universiteiten vergeten, is dat spin-offs vaak weer een vliegwiel zijn voor nieuw academisch onderzoek (hun derde geldstroom). Toevallig sprak ik van de week een directielid van weer een andere universiteit die aangaf dat ze bijna waren gestopt met het ondersteunen van spin-offs, maar inmiddels wakker geschud waren. Wel gaf deze persoon aan dat “we er inmiddels achter zijn dat eventuele opbrengsten uit spin-offs pas na 12 tot 14 jaar bij ons terugkomen”.
In Nederland zijn er helaas nog hopeloos ouderwetse universiteiten als het gaat om de valorisatie en overdracht van intellectueel eigendom.
Ik coachte eens een hoogleraar die bekendstond als één van de toponderzoekers van haar universiteit. Deze dame had een nieuw, zeer veelbelovend medicijn ontwikkeld. Ruim 14 jaar had ze hieraan gewerkt. Ze had vele subsidies en grants binnengehaald voor dit onderzoek. Op het moment van spin-off vorming claimde de universiteit 95% van de aandelen en eiste dat de hoogleraar niet meer dan 5% van de aandelen zou krijgen. Ik heb geprobeerd hierin te bemiddelen en ook aan te geven dat er nog een heel team aangetrokken moest worden: “Deze hoogleraar neemt binnenkort ontslag om volledig voor deze spin-off te werken en mensenlevens te redden met dit nieuwe medicijn.”
De universiteit bleef echter bij haar rigide standpunt: “Niks mee te maken! Ons beleid is dat een hoogleraar maximaal 5% van de aandelen van een spin-off krijgt.”
Hierop legde ik uit dat wanneer een hoogleraar fulltime in dienst blijft van een universiteit dit wellicht best redelijk is, maar dat er sprake was van een andere situatie nu de hoogleraar fulltime ondernemer wilde worden. De universiteit bleef onvermurwbaar. De hoogleraar zat huilend tegenover me: “Ik heb al mijn vrije tijd hierin gestopt om levens te redden; ze dwingen me nu om ontslag te nemen en naar een andere universiteit over te stappen en dan maar vandaaruit een spin-off te beginnen. Maar dan moet ik mijn kinderen vertellen dat we 120 kilometer verderop gaan wonen."
Bij weer een andere universiteit heb ik regelmatig soortgelijke taferelen meegemaakt, tot grote frustratie van onderzoekers. Het bizarre is dat een universiteit haarzelf hiermee vaak in de eigen voet schiet. Immers, als de spin-off niet van de grond komt, heeft de universiteit zelf ook geen lange-termijn opbrengsten.
Afgelopen maand had ik een gesprek met een investeerder uit de UK en die vertelde mij dat de University of Oxford genoegen neemt met een zeer klein percentage aandelen. Uit hun eigen onderzoek was namelijk gebleken dat er een verband bestaat tussen het percentage aandelen dat een universiteit claimt en het succes van haar spin-offs. Tientallen universiteiten waren onderzocht door Oxford en telkens bleek dat hoe lager de drempel van overdracht van intellectueel eigendom, hoe hoger het succes. Dit zou toch te denken moeten geven.
Voor de Nederlandse economie, voor de betrokken startups, maar juist ook voor de universiteiten zelf is het van groot belang dat universiteiten veel meer ondernemend gaan denken. Ik denk daarbij aan simpele spelregels (desnoods via het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap afgedwongen, zodat die voor alle universiteiten gelijk zijn) voor een laagdrempelige overdracht van intellectueel eigendom tegen een klein percentage van de aandelen. Dit laatste het liefst in de vorm van certificaten, zodat de universiteit niet iedere aandeelhoudersvergadering hoeft bij te wonen, noch bij elke notariële transactie acte de présence moet geven. Helaas heb ik meerdere keren meegemaakt dat investeringen uitgesteld moesten worden omdat een jurist of manager van een universiteit te druk of op vakantie was.
Een goede inrichting en laagdrempelige overdracht van IP heeft -in the end- voordelen voor zowel de startup als de universiteit.
Drie concrete voorstellen om banen te creëren en economische groei te stimuleren.
Vandaag wordt deze serie afgetrapt door Ronald Kleverlaan en Erik Stam over het belang van medewerkersparticipatie, punt 5.
Vandaag janneke Niessen en Eva de Mol over de rol die de overheid heeft om diversiteit binnen de techsector te stimuleren, punt 8.
Vandaag: Wibe Wagemans en Eva Schram over wat de overheid kan leren van Silicon Valley.